Een vliegsteek is een basisoppervlak borduursteek dat je afzonderlijk, als verspreide vulling of in rijen kunt werken. Je kunt het ook met enkele variaties werken, waardoor het handig is voor het naaien van verschillende soorten lijnen met schonere en minder steken.
Elke vliegsteek bestaat uit twee steken: een horizontale lange steek, die een V wordt, en een verticale hechtsteek.
Om een enkele vliegsteek te maken, brengt u de naald omhoog door de stof (punt 1) en dan een eindje verder naar beneden (punt 2), waarbij u een lus op het oppervlak van de stof laat.
Breng de naald weer omhoog door de stof, net boven het midden van de zojuist gemaakte lus (punt 3).
Terwijl u de naald door de lus haalt, trekt u aan de draad totdat de lus strak komt te staan en een V vormt. Zorg er echter voor dat u het niet te strak trekt, anders trekt het ook de stof naar binnen.
Steek de naald in de stof aan de andere kant van de lus (punt 4) en hecht hem op zijn plaats.
Het diagram laat zien dat deze steek is bewerkt met de naaimethode, maar de steek methode werkt ook goed.
Variaties en tips voor vliegsteek
De standaardversie van vliegsteek creëert een V-vorm, hoewel de mate van de hoek op de steek kan veranderen door de afstand te wijzigen.
Een eenvoudige vliegsteek plaatst het punt meestal ook direct gecentreerd tussen de open kant van de steek, maar u kunt daar indien nodig wat flexibeler in zijn. U kunt bijvoorbeeld de naald omhoog brengen door de stof en de lus van borduurgaren rechts of links van de eerste steek. Trek de lus strak en maak de hechtsteek af om een veel scherpere en schuinere V te maken.

In plaats van een kleine hechtsteek, kunt u een veel langere hechtsteek gebruiken om de vliegsteek een beetje een staart te geven. Het middelste voorbeeld hierboven heeft een hechtsteek van 1/8 inch, maar u kunt deze zelfs langer maken, zodat deze even lang is als de "armen" die erboven uitsteken. Dit vormt meer een Y.
Voor een zachtere look kun je een ronde vorm creëren. Dit wordt soms schulpsteek en het is gewoon een variatie op vliegsteek. In plaats van de lus van de draad strak te trekken, laat u deze op het oppervlak van de stof en het bit rusten, waardoor een bocht ontstaat.
Je kunt deze steek ook in twee kleuren vormen. Rijg twee naalden in met verschillende kleuren borduurgaren en gebruik de ene voor het naaien van de horizontale lussteek en de andere voor de verticale hechtsteek.
Tips voor gebruik
Vliegsteek kan handig zijn voor het borduren van kleine vormen en hoeken, omdat u het tot een punt kunt trekken dat andere steken niet altijd zo netjes maken. Vaak betekent dit ook dat u minder steken hoeft te gebruiken.
Deze steek is goed voor het maken van bont of veren op dieren of textuur op dennenbomen. Wanneer het afgerond is, is het ook perfect om te naaien kleine glimlachjes of expressieve ogen.
Een rij vliegsteken naast elkaar vormt een uitstekende rand. Je kunt de standaard versie gebruiken om een zigzag te maken of de ronde versie om een schulprand te maken. Probeer de afgeronde versie te combineren met rechte steken om een klassieke postzegelrand te maken.
Probeer deze steek als vulling te gebruiken door hem alleen of met andere steken te strooien.
Hoe meer u vliegsteek gebruikt, hoe meer u nieuwe en handige manieren zult vinden om dit onderdeel van uw borduurmotief te maken.